6 juli 2019

Cakehappen

Dus alle bij Yarden verzekerde overledenen moeten binnenkort zelf naar het crematorium lopen. Met hun urn onder de arm. Het geld is namelijk op. En na afloop kunnen de nabestaanden nog een slokje lauwe koffie krijgen, maar het wolkje melk en het traditionele cakehappen is uit het basispakket geflikkerd. Net als de volgauto. Zelfs De Nederlandsche Bank heeft zich er persoonlijk mee moeten bemoeien. Dat Yarden is namelijk echt op sterven na dood. Grappig idee bij zo’n lijkenpikker. 

Inmiddels begrijp ik dat een rouwstoet helemaal niet meer nodig is.  Hopeloos ouderwets zelfs. De laatste tocht kan moderner. Met een bootje over water. Of gewoon met een ouderwetse bakfiets. Niet zo’n elektriek kakkersding. Nee, een echte bakfiets. En dan de familie, vrienden en kennissen op de gewone fietsen er achteraan. Las deze week ook over de nieuwste verdriettrend: de rouwbus. Dat is een kleine touringcar met 26 stoelen en een gezellige ligplek voor de dooie. Onderweg kunnen er filmpjes van de overledene vertoond worden en kan er alvast gespeecht. Dat scheelt tijd. Een tempocrematie dus. De buschauffeurs worden wel speciaal opgeleid. Ruime bochten, niet te hard over de verkeersdrempels en zachtjes remmen. Voor je het weet zit het lijk namelijk naast je achter het stuur. 
Ik lees dit allemaal op een heet Frans strand. Nee, niet aan de Côte d’Azur, maar aan de Atlantische Oceaan die jaarlijks veel slachtoffers eist. Woeste golven trekken de zwemmers meedogenloos richting Canada. En dat doet die oceaan niet zachtzinnig. Daarom staan er jonge, gespierde strandwachten in de branding. Stoere twintigers die alle zwemmers en surfers nauwlettend in de gaten houden. Ze toeteren en fluiten iedereen voortdurend terug. En ze nemen geen enkel risico. Weinig ruimte voor waaghalzen. Buiten de piste skiën doe je maar lekker in de winter. 

Gisteren raakte ik in gesprek met zo’n strandwacht die mij vroeg waar ik vandaan kwam. Toen ik ‘Pays-Bas’ zei schrok hij en vroeg of het waar is dat de reddingsbrigades langs de gehele Nederlandse kust worden opgeheven. Die roddel ging sinds een paar dagen door heel Europa. Alle redders hadden het erover. Hij liet mij op zijn telefoon een alarmerend bericht zien. Dat ging inderdaad over de ambitieuze VVD’er Jeroen van Wijngaarden die officieel wilde dat er niemand meer uit zee gered wordt. Wie in het water ligt heeft er namelijk zelf voor gekozen en er was volgens Jeroen geen enkele reden om die sloebers te redden. Eigen schuld, dikke bult. Ik legde de geschrokken strandwacht uit dat dat tragische spierballentaal was van een beetje sneue politicus. Een Kamerlid dat andere idioten graag rechts wilde inhalen. En dat het in dit geval niet om blanke badgasten gaat, maar om wanhopige Afrikaanse vluchtelingen. Mannen, vrouwen en kinderen die in paniek een brandende oorlogshel ontvluchten. De jongen begon besmuikt te lachen. Helemaal toen ik hem vertelde wat voor volk we eigenlijk zijn. Dat we nu ook al om een bepaald natuurgebied hekken gaan plaatsen zodat er daar geen vreemde dieren meer kunnen binnendringen. Er waait een nieuwe wind door het land. In dat parkje mag onze koning jaarlijks met zijn familie stiekem op radeloze zwijntjes knallen. Het gerucht gaat dat het wild op rails voorbijkomt zodat onze koning en zijn adellijke vriendjes altijd raak schieten. En je mag daar geen grapjes over maken. De strandwacht moest verder. De zee werkte namelijk keihard door. Zonder aanziens des persoons.

Terug op mijn handdoek dacht ik zacht aan ons kleine kneuterland. De teleurgestelde Limburger Frans Timmermans die zo gehoopt had dat hij de baas van Europa zou worden. Normaal koop je als Limburger dat baantje. En ik dacht aan de advocaat van Michael P. Met hoeveel schaamrood op je kaken ga je in cassatie in deze precaire zaak? Maar ik zit toch het meest met dat arme Yarden. Hoe trekken we die failliete tent uit het slop? Meer doden in een kist? Dat we ze in stukjes zagen. Dat merkt toch niemand. Wie heeft daar in ons land verstand van? Kent Maxima niet iemand?

« Ouder Nieuwer »